Het is bijna een jaar geleden dat de Britten bij het referendum van 23 juni 2016 in meerderheid kozen voor een vertrek uit de Europese Unie.

Wat de uiteindelijke economische gevolgen zullen zijn van de Brexit, is nog volstrekt onduidelijk. Blijven de Britten binnen de Europese interne markt, of juist niet? Raakt de Londense City zijn dominante rol in Europa kwijt? Komen er wederzijdse importheffingen tussen de EU en het VK?

Pas als de vorm van de Brexit is uitgewerkt, zal in de jaren daarna het echte Brexit-effect duidelijk worden.

Toch zijn er in de afgelopen twaalf maanden wel reële economische effecten geweest die te maken hebben met het Brexitbesluit. Een overzicht in 4 grafieken.


1) Britse Pond keldert

(klik voor uitvergroting)

De onzekerheid die de Brexit omgeeft, heeft per saldo geleid tot voorzichtigheid bij internationale investeerders. Dit is terug te zien in de koers van het Britse pond. Vergeleken met 12 maanden geleden is sprake van een daling van zo'n 9 procent tegenover de euro.


2) Britse inflatie loopt op

(klik voor uitvergroting)

De daling van het pond betekent dat importen duurder zijn geworden voor het Verenigd Koninkrijk. Dit heeft zich uiteindelijk vertaald in prijsverhogingen, waardoor de inflatie is opgelopen.


3) Loongroei kan inflatie niet bijbenen

(klik voor uitvergroting)

Britse werkgevers die te maken hebben met hogere inkoopkosten van geïmporteerde goederen, proberen hun winstmarge te beschermen. Dat kan deels door prijzen te verhogen, maar ook door te zorgen dat lonen niet te hard stijgen.

De groei van Britse lonen blijft inmiddels achter bij de gemiddelde prijsstijging van goederen en diensten, waardoor de koopkracht van werknemers daalt.


4) Britse winkelverkopen groeien minder hard


Over mei groeiden de Britse detailhandelsverkopen met 0,9 procent, vergeleken met een jaar eerder. Deze cijfers zijn sterk seizoensgevoelig maar vergeleken met 2016 lijkt sprake van een neerwaartse trend, waarbij consumptieve aankopen onder druk staan.